BDD wordt vastgesteld door
gesprekken,
tests en
vragenlijsten. Het
centrale kenmerk van de stoornis in de lichaamsbeleving (historisch
bekend als dysmorfofobie) is de preoccupatie met een mankement in het
lichamelijk uiterlijk. Het mankement is ofwel ingebeeld, of er is een
kleine lichamelijke afwijking waaraan de betrokkene overdreven belang
hecht. De opvatting heeft niet (voortdurend) de intensiteit van een
waan. Dat wil zeggen dat de persoon de mogelijkheid kan erkennen dat
het niet zo (erg) is als hij of zij denkt dat het is (APA, 1994). BDD
wordt onder andere vastgesteld met behulp van bovenstaande definitie.
Er is echter heel vaak sprake van co-morbiditeit (combinatie met andere
stoornissen), waardoor het vaststellen van BDD lastig kan zijn.
Comorbiditeit
Bij BDD kan er sprake zijn van overlap met andere stoornissen. Zie daarvoor de pagina
comborbiditeit.
Bron: lumc.nl