“Voor
mijn moeder die ik op haar tachtigste nog net zo mooi vind als op haar
achtentwintigste”

Met deze prachtige opdracht opent Iman Baardman een in 1989 verdedigd
proefschrift dat de titel draagt ‘Ingebeelde
Lelijkheid’. De auteur is psychotherapeut en tot 2002
universitair docent bij de Vrije universiteit te Amsterdam. Het is
jammer dat op het moment dat het verschijnsel
‘ingebeelde lelijkheid’ binnen en buiten de
geestelijke
gezondheidszorg erg in de belangstelling staat, het proefschrift
moeilijk meer te verkrijgen is. Er is maar een beperkte
handelseditie
van verschenen, en die was snel uitverkocht. Maar aangezien het de
eerste Nederlandse uitgave betreft over BDD, mag het boek op deze site
toch niet ontbreken. Ere wie ere toekomt.
Uit het proefschrift zullen enkele elementen worden aangehaald om iets
van de opzet te verduidelijken:
“Met het doel ten behoeve van mensen die hun gedrag in sterke
mate laten bepalen door de overtuiging onaantrekkelijk te zijn, een
gerichte therapie te ontwikkelen, zijn wij ons gaan bezig houden met
het verschijnsel ‘ingebeelde lelijkheid.”
Het boek opent met een literatuurstudie over de geschiedenis van de
verhouding tot het eigen lichaam, met begrippen als lichaamsschema,
lichaamsbeeld, lichaamservaring, lichaamsbewustzijn en
lichaamswaardering. De auteur houdt een pleidooi om het begrip
‘lichaamsattitude’ in dit rijtje op te nemen en met
dit begrip aan te geven hoe men het eigen lichaam, m.n. het uiterlijk,
waardeert. De waardering voor het eigen uiterlijk blijkt sterk samen te
hangen met de zelfwaardering; of anders gezegd, het uiterlijk neemt een
grote plaats in het zelfbeeld.
“De relatie tussen de lichaamsattitude (de
waardering voor het eigen uiterlijk) en opvattingen over ‘het
zelf’,
zien wij in de lijn van Cooley (“What becomes the self is
what we imagine that others think of us, of our appearance,
…”). Vooral het projectieve element
in de formatie
van het zelf is zeker van toepassing op lichaamsattitude: we maken ons
eerst een voorstelling van hoe anderen ons uiterlijk zullen waarnemen
en beoordelen en zien vervolgens die voorstelling in het gedrag van die
anderen terug. Denken we dat iemand ons lelijk vindt, dan interpreteren
we vrijwel alles wat die ander doet als ‘bewijs’.
Kijkt iemand op zijn horloge, kijkt iemand van je weg, gaat iemand
verzitten, neemt iemand een beetje afstand, het wordt gelabeld als
‘hij voelt zich opgelaten door mijn uiterlijk’.
Niet alleen Cooley beschrijft een voor BDD relevant mechanisme, ook
White en Harter doen dit door te stellen dat de opbouw van het
zelfbeeld verloopt via de neiging om de eigen levensomstandigheden te
beheersen. Negatieve lichaamsattitude is dan een gevolg van een serie
mislukte beheerspogingen (je loopt een paar blauwtjes, je wordt niet
aangenomen bij een sollicitatie, een paar vrienden haken af). Na die
‘katers’ fungeert negatieve lichaamsattitude als
instandhoudende factor, want je verwacht geen succesvolle sociale
ondernemingen meer.
Het proefschrift bevat de verantwoording van een
vragenlijst-constructie: de Lichaamsattitudelijst. De vragenlijst kunt
u bekijken door dit PDF document te openen:
Lichaamsattitudelijst. Alle
rechten berusten bij
de auteur.

Iman
Baardman - Ingebeelde Lelijkheid
VU Uitgeverij; Amsterdam: 1989
ISBN 9062567711
Dhr. Baardman verzorgt bij het RINO-Noord Holland, eenmaal per
jaar een twee dagdelen omvattende cursus over BDD (voor hulpverleners)
over de door hem ontwikkelde therapie. Voor meer informatie zie de link
hiernaast:
Cursus
over BDD
Datum voor
dit jaar:
woensdag 10
december 2008 van 09.30 - 16.30 uur.